Het langste beplantingslint van Nederland

Verkenning aanpak bomen Amsterdam-Rijnkanaal en Lekkanaal

Opdrachtgever
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
In samenwerking met
Buiting Advies (ecologie en beplanting)
en Gesprek in Beweging (participatie)
Planvorming
2022-2023
Locatie
Amsterdam-Tiel, 72 km lange zone langs het Amsterdam-Rijnkanaal en het Lekkanaal

Langs het Amsterdam-Rijnkanaal en het Lekkanaal staan duizenden bomen. De bomen versterken de perspectiefwerking en vormen een ode aan het man-made karakter. Ecologisch draagt de beplanting bij aan leefgebieden en migratieroutes voor dieren en planten. Bij omwonenden zijn de kanaalzones geliefd voor recreatie en ontspanning.

De komende decennia staat Rijkswaterstaat voor een flinke opgave voor de instandhouding en doorontwikkeling van de kanaalbeplanting. Vele populieren bereiken hun theoretische levensduur, wat het gevaar van afbrekende takken en omvallende bomen met zich meebrengt. Daarnaast spelen er ook andere vraagstukken, zoals plaagdieren (eikenprocessierups), bomenziektes (onder andere essentaksterfte en iepenziekte) en zijn er grote opgaven op het vlak van klimaatverandering en duurzaamheid. Deze uitdagingen vragen om een doelmatige visie en aanpak op de boombeplanting.

Het project bestaat uit drie producten die samen één geheel vormen; de Inpassingsvisie, het Landschapsplan en het Faseringsplan

‘Vroeger deden we overal hetzelfde met steeds een ander resultaat, nu doen we overal wat anders met hetzelfde resultaat’ - Chris van Leeuwen, Aldo van Eyck

Inpassingsvisie: één beplantinglint, zes karakters

Het bovenstaande citaat is ook van toepassing op de beplanting van het Amsterdam-Rijnkanaal en het Lekkanaal. In de meest aansprekende delen van de kanaalbeplanting is sprake van eenduidige principes. De delen met een ad-hoc aanpak van de beplantingen hebben een veel minder aansprekend beeld en functioneren ook in ecologisch opzicht matig of zelfs helemaal niet.

Een eenduidige aanpak doet recht aan de potentie van de kanaalbeplanting als ecologische verbinding en als structurerend element in een snel veranderend deel van Nederland. Richtinggevend voor deze aanpak is het concept van ‘één beplantingslint, zes karakters’. Het concept vormt het overkoepelende idee voor de kanaalbeplanting en geeft richting aan te maken keuzes. Aan de ene kant brengt het concept samenhang in de 72 km lange kanaalbeplanting en aan de andere kant doet het recht aan de eigen identiteit van de zes deeltrajecten.

In de zes trajecten is de bodem sturend voor de soortensamenstelling. Per traject wordt een specifieke menging voorgesteld in lijnen of groepen, afhankelijk van de ruimtelijke context. Ook het plantverband wordt afgestemd op de kenmerken van het deeltraject, variërend van een regelmatig plantverband van lange rijen tot een wisselend beplantingsverband in de bossingels. In alle gevallen krijgt de beplanting voldoende volume om zich te verhouden tot de maat en schaal van de kanalen. Dat betekent minstens twee rijen bomen, stevige bossingels of een parkbeplanting met monumentale bomen. Samen vormen zij ‘het langste beplantingslint van Nederland’. Accenten in het beplantingslint zijn de parkbomen op de sluiscomplexen en bij de aansluitingen van rivieren en andere kanalen. Zij zorgen voor de nodige verfijning.

Landschapsplan: toekomstbeeld 2070 en ruimtelijke bouwstenen

In het Landschapsplan worden het toekomstbeeld voor de kanaalbeplanting als geheel (2070) en de zes deeltrajecten uitgewerkt. Om van de huidige situatie naar het streefbeeld 2070 te komen zijn vijftien bouwstenen ontwikkeld. Afhankelijk van de opgave worden daarbinnen drie groepen onderscheiden:

  • De eerste groep bestaat uit bouwstenen voor de delen van de kanaalbeplanting met een vernieuwingsopgave. Te denken valt aan het vervangen van populieren die aan het eind van hun levenscyclus zijn;
  • De tweede groep bestaat uit bouwstenen voor de delen van de kanaalbeplanting met een transformatieopgave. Een voorbeeld is de omvorming van een essenlaan in verband met het successievelijk uitvallen van essen als gevolg van essentaksterfte;
  • De derde groep bestaat uit bouwstenen voor de delen van de kanaalbeplanting met een beheeropgave. Daarbij kan gedacht worden aan een geleidelijke inzet van beheeringrepen met het oog op biodiversiteit.

Aanvullend op de 15 bouwstenen worden er twee typen specials onderscheiden die voor verbijzondering van het beplantingslint zorgen. Deze specials bestaan uit parkbeplanting op de vier sluiscomplexen (Prinses Irenesluis, Prinses Marijkesluis en Prins Berhardsluis) en uit boomgroepen met een bijzondere markering van kruisende waterwegen.

Faseringsplan: verjongingsstrategie en maatschappelijke kosten en batenanalyses

Een aanpak voor de kanaalbeplanting tot 2070 gaat gepaard met de nodige onzekerheid. Het project zet de lijnen uit voor vernieuwing, transformatie en beheer van de kanaalbeplanting, maar biedt tegelijkertijd de nodige flexibiliteit om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. De adaptiviteit van de plannen zit onder andere in het gebruik van meerdere boomsoorten die het gemakkelijk maakt om een soort te vervangen die beter is aangepast aan veranderende omgevingsfactoren. Hierbij kan gedacht worden aan boomsoorten die resistent zijn tegen nieuwe ziekten en plagen of beter bestand tegen het veranderende klimaat.

Per bouwsteen geeft het faseringspan aan welke stappen gezet moeten worden bij individuele uitval, groepsgewijze uitval of grootschalige uitval van bomen. Ook gaat het plan in op de prioritering van de opgaven waarvoor Rijkswaterstaat komt te staan ten aanzien van de kanaalbeplanting. Als reactie op veranderende omstandigheden en onvoorziene ontwikkelingen kan de prioritering worden aangepast. Waar relevant wordt beschreven hoe opgaven onderling samenhangen zodat bij het aanpassen van de prioritering duidelijk is hoe dit kan doorwerken naar andere opgaven.

Bij alle werkzaamheden voor het beplantingslint komt biomassa vrij in de vorm van stamhout en takken en tophout. In het Faseringsplan is de waarde van die biomassa (variërend van bouwmateriaal tot het opwekken van energie) berekend. Het blijkt dat dit slechts om enkele procenten gaat van de te verwachte kosten. Veel significanter zijn de scherp dalende kosten door de jaren heen van het ‘eeuwigdurende’ beplantingslint.

Publicatie

De verkenning Aanpak bomen Amsterdam-Rijnkanaal en Lekkanaal bestaat uit drie producten die samen één geheel vormen; de Inpassingsvisie, het Landschapsplan en het Faseringsplan.

Soortgelijke projecten

Terug naar alle projecten